In de Voorjaarsnota zijn aanpassingen op de begroting voor 2024 opgenomen, evenals een vooruitblik op de begrotingen voor de komende jaren. Door de vervroegde publicatie volgen de doorrekening van de voorjaarsbesluitvorming van het CPB, de voorjaarsrapportage in het kader van het begrotingstoezicht van de Raad van State en de kabinetsreactie op een later moment, uiterlijk 30 april 2024.
De extra uitgaven opgenomen in de Voorjaarsnota bestaan onder meer uit 4,4 miljard euro extra voor militaire en humanitaire steun aan Oekraïne in de jaren 2024-2026, 0,4 miljard euro extra in 2024 en 0,9 miljard euro extra in 2025 voor de hersteloperatie Toeslagen, 0,5 miljard euro extra in 2025 voor bewoners in het aardbevingsgebied in Groningen, structureel 715 miljoen euro extra vanaf 2026 voor decentrale overheden en incidenteel 500 miljoen euro extra in 2028 voor versterking van de luchtverdediging en munitie van de krijgsmacht.
Daarnaast kent de begroting een aantal forse tegenvallers, onder meer 375 miljoen euro extra in 2024 en 700 miljoen euro extra in 2025 voor het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) voor nieuwe en bestaande locaties voor (crisis)noodopvang.
Naast de extra uitgaven zijn er tegenvallende inkomsten, onder meer door het niet afschaffen van de salderingsregeling voor zonnepanelen en het afschaffen van de energiebelasting voor zware industrie. Daarnaast is een nieuwe afbouw van de vrijstelling motorrijtuigenbelasting (mrb) voor emissievrije personenauto’s afgesproken met een korting op de mrb voor deze auto’s vanaf 2026 van 40%, in 2029 van 35% en in 2030 van 30%.
De extra uitgaven worden onder meer gedekt door meevallers op diverse begrotingen. De tegenvallende inkomsten worden gedekt door onder meer:
Let op! In augustus kijkt het kabinet of het nodig is de begroting (nog meer) bij te stellen. Daarbij kan ook de dekking heroverwogen worden.
In bijlage 10 bij de Voorjaarsnota deelt het kabinet de stand van zaken met betrekking tot een aantal opmerkelijke belastingconstructies. Zo is onder meer opgenomen dat de aanpak van de volgende constructies wordt uitgewerkt als wetsvoorstel in het Belastingplan 2025, de Fiscale verzamelwet 2025 of het Eindejaarsbesluit 2024:
Het kabinet onderzoekt verder nog of aanvullende wetgeving nodig en wenselijk is om de constructies aan te pakken waarbij de heffing in box 3 wordt ontweken via agiostorting en het terugkopen van bezittingen. Over een constructie in de lucratiefbelangregeling waarover op 9 april een motie is aangenomen, wordt de Kamer vóór het zomerreces van 2024 nader geïnformeerd.